top of page

Zijn vader is analfabeet, hij doctoreert

  • Blogdad
  • May 14, 2023
  • 6 min read

~Tibert Mohamed heeft Tunesische roots, legt een onwaarschijnlijk succesvol academisch parcours af en lijkt de posterboy waar menig politicus van droomt. Zelf blijft hij bescheiden, net als de meeste doctoraatsstudenten is hij vooral bezig met ‘de kers op de taart’ voor zijn onderzoek.

In Mohameds studentenkamer hangt het periodiek systeem der elementen aan de muur


Mohamed is 25, afgestudeerd als burgerlijk ingenieur en al drie jaar doctoraatsstudent fysica aan de KU Leuven. Hij doet wetenschappelijk onderzoek aan een bekend technologiebedrijf in de Brabantse studentenstad. Ik ontmoet hem in zijn spartaans ingericht kot. Aan de muur hangt een weergave van het periodiek systeem dat alle chemische elementen rangschikt, in de hoek staat een 3D-printer met daarnaast op de kast zijn collectie Rubiks kubussen. Het is duidelijk, hier woont iemand met een hart voor wetenschap en engineering.


“Het is zeker niet van in het begin gepland dat ik zou gaan doctoreren, ik greep de kans wanneer die kwam,” zo vertelt Mohamed me. “Mijn masterthesis ging goed, het team waar ik onderzoek deed vond me leuk en raadde me zelfs aan om me op te geven voor een plaats. Ik wou wel altijd al verder onderzoek doen.”

Voor Mohamed was doctoreren een logische volgende stap door zijn passie voor onderzoek. Toch is zijn academische carrière geen alledaags verhaal. Uit gegevens blijkt dat niet alle groepen in de samenleving het even goed doen in het hoger onderwijs. Volgens de Universiteit Antwerpen bestaat er een systematische prestatiekloof: het studierendement bij studenten uit zogenaamde kansengroepen ligt gemiddeld twintig procent lager dan bij andere studenten.


Om die groepen te ondersteunen volgt bijvoorbeeld de KU Leuven studenten op met een van de volgende kenmerken: een migratieachtergrond, een studietoelage, meer- of anderstalig opgegroeid zijn en geen enkele ouder met een diploma hoger onderwijs hebben (zogenaamde pioniersstudenten). Studenten met deze achtergrond hebben statistisch gezien een lagere kans om hun studie af te maken, zeker als ze er meer dan één combineren.


Drie op Vier

Mohamed kan drie van die vier kenmerken afvinken. Zijn beide ouders zijn in Tunesië geboren, naar Antwerpen verhuisd en hebben geen diploma hoger onderwijs, zijn vader beschikt zelfs over geen enkel getuigschrift. “Mijn familie heeft niet veel onderwijs gekregen. Mijn vader kan niet lezen, in geen enkele taal. Mijn moeder heeft wel haar lagere school nog afgemaakt in Tunesië, maar dat was het dan ook. Zij kan wel Arabisch en Frans, lezen én schrijven.”


Twee gezinsleden gingen hem al voor in het hoger onderwijs en toonden Mohamed de weg: “Mijn oudere broer en zus hebben in België wel verder gestudeerd. Ik heb hun studieperiode niet echt meegemaakt, mijn grote broer is namelijk tien jaar ouder dan ik, mijn zus zelfs negentien jaar. Zij heeft technisch tekenen gestudeerd en daar ook haar beroep van gemaakt. Mijn broer studeerde iets in de trant van sociologie, maar daar doet hij nu op zich niet veel mee.”


Het was al eerder duidelijk dat Mohamed talent had: “Ik was een goede student in het middelbaar, vooral dan voor wiskunde en de wetenschapsvakken.” Zijn ouders kozen dan ook voor een niet-evidente school: “Mijn middelbare school was erg wit en vooral katholiek. Er zaten bijvoorbeeld veel Polen, maar ik heb gehoord dat dat nu aan het veranderen is. Dat katholieke was voor mijn ouders eigenlijk een grote aantrekkingskracht, ze dachten dat ze daar streng zouden zijn.”


Grote stap

In zijn laatste jaar werd het voor Mohamed duidelijk dat hij voor burgerlijk ingenieur wou gaan: “Het was niet moeilijk om aan mijn ouders te vertellen dat ik wou verder studeren, maar mijn moeder wou in het begin wel dat ik in Antwerpen bleef. Moederinstinct hé. Mijn grote broer heeft toen duidelijk gemaakt dat ik wel op kot moest gaan, de richting die ik wilde studeren bestaat niet in Antwerpen. Maar voor de rest was dat allemaal geen probleem.”


In het eerste jaar van zijn studies meteen op kot gaan vond Mohamed een grote stap: “Het is niet dat ik daarnaar uitkeek, ik dacht eerder ‘oké, ik moet op kot gaan want dan is de universiteit dichtbij.’ Ik snakte niet naar die vrijheid, totaal niet. Ik had geen idee wat het studentenleven inhield, dat heeft mijn broer me allemaal moeten uitleggen.” Op kot gaan was aanvankelijk puur een praktische overweging, een die uiteindelijk goed meeviel: “Het kotleven was onverwacht leuk! Het was voor mij een stap naar volwassenheid, naar onafhankelijkheid. Dat merkte ik vooral de eerste zomer toen ik terug thuis was. Toen voelde ik meteen “oké, dit is te lang bij mijn ouders” (lacht).”



In de hoek van zijn kamer staat een 3D-printer

Cultuurshock

Ondanks al die goede raad had hij het moeilijk om wegwijs te geraken in de wereld van het Leuvense studentenleven: “Ik had een soort cultuurshock, en dat gebeurt eigenlijk zelfs nu nog elke keer als ik terug naar Antwerpen ga. In Leuven is vrienden maken lastiger, zeker als je in een bestaande vriendengroep wil passen. Oké, het helpt dat je als eerstejaarsstudent samen zit met alle andere die daar ook niemand kennen. Maar iemand die er later bijkomt heeft echt veel meer moeite om vrienden te maken, dat is anders in Antwerpen.” Toch vindt hij er uiteindelijk zijn plek, onder meer in het toneelgezelschap Revue van de studentenvereniging voor de ingenieurs; VTK.


Na zijn studie belandt hij in de academische wereld, ook dat is voor hem wennen: "Je zit een beetje tussen volwassen en student zijn in. Je moet veel leren, het vraagt ook veel verantwoordelijkheid. Ik doe gelukkig mijn onderzoek wel tussen onderzoekers die dat als hun vaste job doen in een groot technologiebedrijf, dat geeft veel structuur. Ik kan me wel inbeelden dat als je je onderzoek alleen aan de universiteit doet je meer geïsoleerd bent. Als je dan niet die ondersteuning hebt door mensen die aan onderzoek doen, is dat moeilijk."


Gelukkig krijgt Mohamed steun van zijn familie: “Mensen die mij hebben geïnspireerd? Mijn grote broer! Toen ik wou beginnen aan mijn doctoraatsstudie twijfelde ik superhard. Hij heeft me toen me wel gepusht, en zei dat ik dat gewoon moest doen. Je kan soms zelf moeilijk inschatten of je ergens past of niet. En dan had ik wel dat extra zetje nodig.”


Blik op de toekomst

Die steun krijg hij echter niet meteen op alle vlakken. Mohamed is al anderhalf jaar samen met een Belgische vriendin zonder migratieachtergrond, maar dat ligt gevoelig in het gezin: “Thuis wordt er toch wel anders gekeken naar relaties; er wordt meteen gedacht aan trouwen. Een vriendin hebben, dat wordt meteen als iets serieus beschouwd. Ze denken dan ook meteen aan kinderen, hoe je die gaat opvoeden… Ze houden thuis ook meer rekening met de status van je potentiële huwelijkspartner, ze willen dat je trouwt met iemand bijzonders.”


Ondanks die verwachtingen krijgt hij thuis alle vertrouwen om zelf zijn keuzes te maken: “Iemand voor mij regelen, dat zouden ze wel nooit doen, dat is niet de stijl van mijn ouders. Mijn broer heeft bijvoorbeeld zijn vrouw zelf gevonden. Mijn ouders komen onderling ook niet echt goed overeen over het huwelijk. Mijn vader wil eigenlijk echt dat ik met een Tunesische trouw, maar mijn moeder zegt ‘pak maar iemand van België’.“


Dat hij dat laatste advies eerder ter harte zou nemen mocht niet verbazen: “Ik heb eigenlijk niet echt een band met Tunesië, dat werd voor mij vorig jaar wel duidelijk. Ik ben er toen geweest, voor het eerst in ongeveer zeven jaar, omdat mijn broer er toen trouwde. Ik was er maar één week, en die week was er echt te veel aan (lacht). Het was er veel te warm, ik werd ook een beetje ziek, er is daar ook niet zo veel te doen…”


Kers op de taart

Over de vraag of hij zichzelf een voorbeeld vindt moet hij even nadenken: “Ik denk dat ik wel een voorbeeld kan zijn ja… Toch van hoe ver je kan geraken, zelfs in de maatschappij die we nu hier hebben is wel wat mogelijk. Het is ook niet dat ik superhard mijn best heb gedaan, als je ervoor wil gaan is het haalbaar.”

Hij doet nu onderzoek aan en instelling die werkt rond hoogtechnologische innovatie: “Of ik ook op vlak van mijn onderzoek een voorbeeld ben weet ik nog niet. Ik heb hier wel al wat leuke dingen gedaan, leuk als in interessant voor mijn onderzoeksgebied. Maar de échte kers op de taart die moet nog komen, en daar wacht ik al meer dan een jaar op. Ik probeer het al zo lang te bereiken, maar het is me nog niet gelukt.”


En om die kers te vinden werkt Mohamed hard: “Zeker nu meer naar het einde toe ga wordt het steeds moeilijker om mijn onderzoekswerk te combineren met een sociaal leven. Dat komt omdat onderzoek onvoorspelbaar kan zijn. In het lab loopt alles uit, dat is regel één. Wat je ook wil doen, het duurt dubbel zo lang. Dan moet je soms moet je een meting stopzetten om nog je sociale activiteit te halen. Maar ik moet nu eigenlijk al weekends opofferen om er te geraken.”


“Of ik nog tips heb voor zesdejaars nu?” Na een korte pauze zegt hij beslist: “Ja het eerste jaar is moeilijk. Ik heb bijvoorbeeld niet gefeest heel dat jaar, achteraf gezien wel een goede beslissing. En ga naar elke les, ik weet dat dat nu niet vanzelfsprekend is met al die opnames maar probeer toch te gaan. En probeer zeker vrienden te maken ook als dat initieel moeilijk gaat. Je hebt alle soorten mensen met allerlei karakters aan de universiteit, probeer je tribe te vinden.”


Mohamed wenste liever zonder achternaam en herkenbare foto te worden gepubliceerd (red.)



1 Comment


manu.sinjan
May 30, 2023

Fijn interview, Tibert. Jammer dat Mohamed niet op de foto wou...

Like

Top Stories

Een blog die
de Arabische Wereld
anders bekijkt.

Thanks for subscribing!

  • Instagram
  • Facebook
  • Twitter

© 2035 by The Global Morning. Powered and secured by Wix

bottom of page